Zoeken
Search
973 results were found.
Bodemstutten en ontluchtingspijpen
Normaal gesproken hebben huizen ronde ontluchtingspijpen of ventilatoren die door het dak steken. Voordat u de flashing of het dakbedekkingsaccessoire aanbrengt, brengt u de dakshingles tot aan de ontluchtingspijp. Snij vervolgens een gat in de dakshingle dat over de ontluchtingspijp zal gaan en zet het in bitumineuze mastiek. Zorg ervoor dat de flens of ontluchting recht op het dak ligt. Vermijd overmatig gebruik van mastiek omdat dit blaasvorming kan veroorzaken.
Nadat de flashing op zijn plaats zit, gaat u verder met het aanbrengen van de dakshingles. Snijd de bitumenleien in de opeenvolgende banen zodat ze rond de pijp passen en dicht ze af met bitumineuze mastiek waar ze de flens van de flashing overlappen. Het onderste deel van de dakshingles overlapt de onderste shingles, en de zijkanten en de bovenste shingles overlappen de flens. Denk eraan, niet dicht bij de pijp vernagelen. Volg dezelfde procedure waar zich een ventilator of schoorsteen bevindt.
Afdichtingen rond schoorstenen
Omdat schoorstenen meestal op een onafhankelijke fundering worden gebouwd die gescheiden is van de fundering van het huis, kan de schoorsteen onafhankelijk van de rest van het huis bewegen. Om beweging van schoorstenen en het dak mogelijk te maken, wordt het basis flashing aan het dak vastgemaakt en wordt de counter flashing aan de schoorsteen vastgemaakt. Wanneer er beweging optreedt, zullen de basis flashing en de counter flashing als een beweegbare verbinding fungeren. Voor schoorstenen die meer dan 76 cm door het dakoppervlak steken, raden wij aan een driehoeking hulpstuk achter de schoorsteen te plaatsen. Dit hulpstuk bestaat uit twee driehoekige stukken dakbedekkingsmateriaal (multiplex, OSB, houten planken) die samen een vlakke nok vormen die van de middellijn van de schoorsteen terug naar het dakvlak loopt. Een driehoekkig hulpstuk voorkomt de ophoping van ijs en sneeuw aan de achterzijde van de schoorsteen en leidt het water af rond de schoorsteen. Het voorkomt ook dat het water in de winter vriezen of dooien onder de shingles. Alle dakbedekkingsmaterialen, van de onderlaag tot de dakshingles, worden er overheen gelegd.
Breng shingles aan tot aan de voorste rand van het schoorsteendeel. Breng vervolgens het voorste stuk flashing aan tegen de voorwand van de schoorsteen. Buig de flashing zo dat het onderste deel ongeveer 10 cm over de dakshingles uitsteekt en het bovenste deel minstens 10 cm tot aan de voorwand van de schoorsteen. Zet de overlappingen vast met plastic dakcement. Gebruik metalen flashing voor de zijkanten van de schoorsteen, waarbij u de stukken op dezelfde manier plaatst als bij een verticale zijwand. Bevestig elke flashing met bitumineuze mastiek en nagels aan het houten dak. Leg de shingles in elke baan die de flashing overlapt in asfaltdakcement.
In plaats van step flashing kunt u ook een enkel doorlopend metalen flashing plaatsen, dat met het voorste en achterste deel van het metalen flashing wordt samengevouwen. Zorg ervoor dat u aan de horizontale dakzijde een zoom omhoog draait en zet de flashing vast met metalen keggen. Vernagel de laatste shingle in elke baan niet door de flashing. Bevestig elke dakshingle met bitumineuze mastiek aan de gezoomde rand van de flashing.
Counter flashing
De techniek van counter flashing varieert naargelang het type afwerking van de schoorsteen, zoals stucwerk, baksteen of steen. Om water uit de schoorsteen te houden, begint men met het zetten van metalen flashing, meestal koper, aluminium of gegalvaniseerd, in het metselwerk of stucwerk. Dit wordt gedaan door het uitsnijden van een mortelvoeg tot een diepte van 2-4 cm en het inbrengen van de gebogen rand van de flashing in de vrijgemaakte voeg. Gebruik één doorlopend stuk flashing voor het voorste en één voor het achterste deel van de schoorsteen. Aan de zijkanten van de schoorsteen gebruikt u meerdere stukken flashing van gelijke grootte, waarbij elk stuk wordt aangepast aan de specifieke plaats van de steenvoeg en de dakhelling. Begin met de zijstukken op het laagste punt en overlap elk stuk ten minste 7 cm van links naar rechts. Dit is een typisch verspringend (getrapt) counter flashing voor een schoorsteen of muur met mortelvoegen. Vul de voeg bij als de flashing is geïnstalleerd met cementmortel, siliconenkit, of gebruik een metalen wig en polyurethaankit.
De doorlopende counter flashing techniek gebruikt een doorlopend stuk metaal in plaats van getrapte counter flashing langs de zijkant van een schoorsteen. Het is een alternatief voor getrapte tegengootstukken, die bij harde wind of fijnkorrelige sneeuw tot waterlekken langs de verticale voegen kunnen leiden.
